Alweer een boek over de grote Leonardo da Vinci (1452–1519). Dit keer geschreven door J.C. Frère, een Franse wetenschapper die zich veel bezighoudt met de 15de eeuw in Florence. Hij vertelt het al vaak vertelde verhaal van het leven van Da Vinci met groot inlevingsvermogen en hier en daar zelfs met vervoering: alsof hij hemzelf heeft gekend. Die nabijheid is het leukste aspect van dit boek dat chronologisch het leven van de kunstenaar, uitvinder, filosoof, wiskundige en ingenieur beschrijft. De schrijver gaat daarbij dieper in op het Laatste Avondmaal dat Da Vinci in Milaan schilderde, zijn jeugd, uitvindingen, anatomische studies, maar ook op zijn liefde voor de natuur, zijn geaardheid, zijn fantasie en andere karakertrekken. Het boek gaat in op de omstandigheden van het leven van Da Vinci, maar werpt geen licht op de culturele context van zijn tijd. Het boek wil de universele mens Da Vinci ‘leven, kracht en macht verlenen’. Dat lukt tot op zekere hoogte. Aardig is dat delen van Da Vinci’s geschriften zijn opgenomen. Het boek staat vol met prachtige afbeeldingen in kleur. Hide text