Zwarte romanschrijfsters in het Amerika van de jaren 70? Bij het begin van het decennium was er Maya Angelou ( Ik weet waarom gekooide vogels zingen), zo'n tien jaar later scoorde Alice Walker ( De kleur paars). In en tussen die boeken had je armoede en racisme in het Zuiden, en zwarte meisjes die aangerand werden, of tienermoeder werden, of wegliepen bij een gewelddadige echtgenoot.
Na al die trauma's volgde er uiteraard een catharsis. Met haar gedicht 'Phenomenal woman' werd Angelou incontournable in feministische kringen. Maar lees Angelou's romans en je weet: slachtofferschap en ellende horen bij zwarte vrouwen als perzikthee bij het vieruurtje in het Diepe Zuiden. De wereld verwacht dat.
Dan heeft de wereld Fran Ross niet gelezen. Fran Ross (1935-1985), bedenkster van welgeteld één hoogst originele roman die alle clichés over zwarte vrouwen op hun kop zette. De schrijfster en actrice uit Philadelphia was woke avant la lettre. Met Oreo (1974) …Lees verder
Zwarte romanschrijfsters in het Amerika van de jaren 70? Bij het begin van het decennium was er Maya Angelou ( Ik weet waarom gekooide vogels zingen), zo'n tien jaar later scoorde Alice Walker ( De kleur paars). In en tussen die boeken had je armoede en racisme in het Zuiden, en zwarte meisjes die aangerand werden, of tienermoeder werden, of wegliepen bij een gewelddadige echtgenoot.
Na al die trauma's volgde er uiteraard een catharsis. Met haar gedicht 'Phenomenal woman' werd Angelou incontournable in feministische kringen. Maar lees Angelou's romans en je weet: slachtofferschap en ellende horen bij zwarte vrouwen als perzikthee bij het vieruurtje in het Diepe Zuiden. De wereld verwacht dat.
Dan heeft de wereld Fran Ross niet gelezen. Fran Ross (1935-1985), bedenkster van welgeteld één hoogst originele roman die alle clichés over zwarte vrouwen op hun kop zette. De schrijfster en actrice uit Philadelphia was woke avant la lettre. Met Oreo (1974) liet ze een slimme, maffe superheldin op de wereld los.
Ross' Oreo is een buitenbeentje: kind van een zwarte moeder en een Joodse vader, een zestienjarige hybride schoonheid met een indrukwekkende afro ('zij hàd het, honey'). Even hybride is haar liefde voor taal, voor Joodse zegswijzen en zwarte slang, 'voor hun nuance en cadans, hun sap en pit, hun verscheidenheid en precisie, hun schok en scherts.' Trauma's heeft Oreo niet, alleen nam haar vader na haar geboorte de benen. Als ze van haar moeder een woordenlijst krijgt waarin haar vader op cryptische wijze het geheim van haar geboorte ontsluiert, besluit ze hem op te zoeken. Samuel Schwartz verschuilt zich in New York, maar dat is voor Oreo geen probleem: 'ik vind hem wel, die motherfucker.'
Maagdenvlies
In Manhattan moet Oreo tientallen Schwartzen bezoeken in de hoop de juiste te vinden. Ondertussen lopen haar allerlei vreemde vogels voor de voeten. Zo is er een homoseksuele typist die fan is van Tina Turner en die ontslagbrieven typt voor managers ('Ik voel echt enorm mee met grootverdieners, schatje.') Er is een dwergenkind dat chihuahua's wil vierendelen en een pooier in een roze fluwelen pak die Oreo een lesje wil leren, maar stuit op haar hoogst elastische, experimentele kunstmaagdenvlies ('alsof het een minitrampoline was - en in feite was het dat ook').
Als nepmaagdenvliezen haar belagers niet afweren is er Oreo's aanvalstechniek: een methode die het beste van kungfu en jiujitsu verenigt en het meisje onoverwinnelijk maakt. 'Nemo me impune lacessit', niemand valt mij ongestraft aan, is haar motto. Dat mannen hun dominantie niet verdienen en nodig op hun nummer gezet moeten worden weet Oreo uit een studie van haar moeder. Die wijdde zich aan het vraagstuk van de onderdrukking van vrouwen, en na alle feiten van de prehistorie tot het heden bij de zaak te betrekken kwam ze tot éen onontkoombare conclusie: 'Mannen kunnen vrouwen helemaal aan gort slaan.'
Maar Oreo is een slimme meid en op alles voorbereid. Ook op het feit dat haar vader een schmuck is, en van weinig tel voor het verhaal. Een verhaal dat - zo leren we uit een coda - gebaseerd is op de mythe van Theseus en zijn zoektocht naar zijn vader Aegeus. En ja, de roman zit vol verwijzingen naar de zes werken van Theseus, zelfs de dood van de Minotaurus is erin verwerkt. Ondertussen speelt Ross met taal en conventies in de beste postmoderne traditie. Ze is erudiet maar lijkt niets al te ernstig te nemen, al raakt ze ernstige onderwerpen aan. Oreo heeft daardoor meer gemeen met James Joyce en schelmenromans à la Rabelais dan met de boeken van zwarte tijdgenoten.
Uiteindelijk is de queeste van Oreo een vrolijke bevestiging van haar eigen kracht en van de verbeelding van Fran Ross. Phenomenal woman, that's me. Dat Ross mannen van alle kleuren neerzet als het sneue geslacht zal de kansen van haar roman geen goed hebben gedaan. Dat Joods en wit racisme op de hak worden genomen (Oreo's grootmoeder sterft aan een hartaanval als haar zoon met een zwarte bruid afkomt) ook niet. De wereld was in 1974 simpelweg niet klaar voor Oreo.
Maar tijden veranderen, en herdruk na herdruk verovert Ross' uitbundige, tegen allerlei schenen schoppende vertelling de harten. Wat jammer dat Ross op haar vijftigste stierf aan kanker en ze de zegetocht van haar hot chocolate chickie niet meer mocht meemaken.
Vertaald door Anna Helmers-Dieleman, Cossee, 224 blz., 27,50 €. Oorspr. titel 'Oreo'.
Verberg tekst