Moeder sterft, zoon blijft achter, het verhaal leeft voort. Het is een drieslag die de Nederlandse literatuur de afgelopen jaren flink wat nieuwe titels heeft opgeleverd. Met Sprakeloos van Tom Lanoye, Ik kom terug van Adriaan van Dis, Magdalena van Maarten 't Hart en Dit is mijn moeder van Tommy Wieringa doen we maar een kleine greep uit een rijkelijk gevulde boekenkast. Nu voegt ook Cherry Duyns (1944) zich in dat rijtje met de autobiografische roman Afscheid.
Opa en oma
Niet zelden komt het rouwbeklag om de dode moeder neer op omzien in woede en wrok. Zo niet in het geval van Cherry Duyns. En dat terwijl er toch volop aanleiding toe is. Nadat zijn ouders al na een paar jaar huwelijk uit elkaar waren gegaan, nam moeder haar zoon mee naar haar geboorteplaats Wuppertal, om hem acht jaar later zonder slag of stoot bij zijn Haarlemse vader te laten. Die keek nauwelijks naar hem om en liet de opvoeding over aan opa en oma Duyns.
Door al die gedwongen verhuizingen,…Lees verder
Moeder sterft, zoon blijft achter, het verhaal leeft voort. Het is een drieslag die de Nederlandse literatuur de afgelopen jaren flink wat nieuwe titels heeft opgeleverd. Met Sprakeloos van Tom Lanoye, Ik kom terug van Adriaan van Dis, Magdalena van Maarten 't Hart en Dit is mijn moeder van Tommy Wieringa doen we maar een kleine greep uit een rijkelijk gevulde boekenkast. Nu voegt ook Cherry Duyns (1944) zich in dat rijtje met de autobiografische roman Afscheid.
Opa en oma
Niet zelden komt het rouwbeklag om de dode moeder neer op omzien in woede en wrok. Zo niet in het geval van Cherry Duyns. En dat terwijl er toch volop aanleiding toe is. Nadat zijn ouders al na een paar jaar huwelijk uit elkaar waren gegaan, nam moeder haar zoon mee naar haar geboorteplaats Wuppertal, om hem acht jaar later zonder slag of stoot bij zijn Haarlemse vader te laten. Die keek nauwelijks naar hem om en liet de opvoeding over aan opa en oma Duyns.
Door al die gedwongen verhuizingen, van Haarlem naar Wuppertal en weer terug, stond de verhouding tussen moeder en zoon in het teken van een telkens herhaald afscheid. Tijd en gelegenheid om zich blijvend aan haar te hechten had het kind niet. In terugblik lijkt het alsof hij zich daar al bij voorbaat mee verzoende.
Toch kan het heel goed zijn dat die indruk te danken is aan de manier waarop Cherry Duyns zijn verhaal heeft opgeschreven. Hij koos voor de uiterste soberheid, voor een haast ambtelijke zakelijkheid, voor alinea's die bladzijden lang niet meer dan één enkele zin bevatten. We kennen die stijl van Armando, de schrijver-schilder met wie Duyns veertig jaar geleden 'Herenleed' maakte, absurdistische dialogen tussen een schlemiel en een blaaskaak, met Johnny van Doorn in een steeds wisselende bijrol.
TRIVIALE TERZIJDES
Net als Armando verstopt Duyns zijn emoties (die je maar al te goed kunt proeven) achter kale bewoordingen. Dat heeft effect, zeker naar het einde toe, al had het nog sterker gekund als er van Armando meer was geleend: de triviale terzijdes die de tragiek niet relativeren, maar juist versterken.
Duyns blijft iets te veel hangen in één enkel register. Het is maar zelden dat het pathos (ook al zo typisch Armando) zich een weg baant, bijvoorbeeld in een passage waarin de vader verschijnt als de variétéartiest die in Duitsland zijn debuut maakte toen Hitler daar aan de macht was en Europa een slagveld. "De wereld buiten zwaargehavend en bloedend. Maar hij fladderde in zijn rokkostuum als een zwarte vlinder in het licht, toverde zijden doekjes uit het niets, zijn chapeau claque een tikje schuin op het hoofd."
Afscheid begint, nu vier jaar geleden, wanneer moeder is beland in de laatste fase van haar leven en vrijwel niet meer uit bed kan komen. Haar zoon pendelt opnieuw tussen Haarlem en Wuppertal, wordt bij elk bezoek geconfronteerd met onvrijwillig opdoemende herinneringen en onvermoede inkijkjes in een weinig vrolijk stemmend verleden, zonder dat het hem aanleiding geeft om haar ter verantwoording te roepen voor wat hem onthouden is. Integendeel, wat overheerst is mededogen, en het besef, eigen aan een man van diep in de zeventig die zichzelf achter de rolstoel van zijn hoogbejaarde moeder ziet lopen, dat met haar naderende dood zijn laatste beschermingswal weg zal vallen, hoe pover die ook was.
Thomas Rap 238 blz. €21,99.
Verberg tekst